Morgen komt er een nieuw besluit van de ministers over hoe het gaat na 6 april. Blijven de scholen langer dicht? Ik weet niet hoe het jullie verging bij de laatste aankondiging, maar toen onze minister Grapperhaus alle samenkomsten tot ‘’JUNO’’ verbood, moest ik toch wel even heel erg slikken. Een flink regulatie momentje. Ik hoor dit stilletjes aan, ik voel een soort schok van teleurstelling, maar ook schrik: hoe ernstig het eigenlijk allemaal is wat er aan de hand is, om vervolgens dat in mijzelf een plekje te geven. In mijzelf zeg ik: ‘’het komt goed, ook dit gaat voorbij, hoe erg zullen we van de momenten in de zomer genieten als 1 JUNO voorbij is? Dus doorzetten de komende weken.’’ Zonder enig succesmoment waar ik zo naar snak: graag een mirakel: minder doden, meer ruimte op de IC. We willen zo graag beloning voor onze inspanning. En die beloning is er gewoon nog niet. Mijn blik op de toekomst geeft me meestal hoop. Ik weet dat dit voorbij zal gaan, dat we moeten doorzetten met z’n allen, voor het goede doel. Kortom emotieregulatie in een geoefend, doorgetherapied, volwassen mensenlijf. Maar zo gaat het niet bij iedereen…
Er zijn zoveel kinderen die het fijn vinden te weten waar ze aan toe zijn, graag bevestiging hebben of ze het zo goed doen, als ze hun best op iets gedaan hebben. Als ze dan een negatief bericht krijgen in de vorm van kritiek of een slecht cijfer kunnen ze daar behoorlijk van streek van raken. Ik zeg van streek, want de meeste mensen zouden zeggen BOOS, maar ik zeg van streek. Het ziet er boos uit dat wel. Kinderen kunnen heftig reageren. Het voelen van frustratie is voor sommigen kinderen moeilijk, ook omdat ze nog niet zo’n blik op de toekomst hebben. Relativeren kun je alleen leren als de ervaring leert dat het goed komt. Voor kinderen is dat lastig. En als je zo’n blik op de toekomst niet hebt dat alles vast weer beter gaat worden, dan stort je in een afgrond van ellende waarin je voor eeuwig in denkt te vallen. De ellende is overal en voor altijd.
Ouders proberen met alle macht dan nog iets te verzachten door die blik op de toekomst te geven: ‘’als je nu even luistert en je doet dit dan is het opgelost..’’ Maar in zo’n afgrond is het moeilijk nog luisteren naar verzachtende woorden. Bij FlowinGrow noemen we dit een krokodillenmoment (jij en Stress, een hersenles, 2019). Het reptielenbrein is geactiveerd en het denkende uilenbrein is gevlogen. Geen woorden, maar daden. Even afstand nemen, rustig plekje gunnen, even samen naar buiten om te reguleren, even douchen, schoppen in een kussen, het liefst door een ander vastgehouden, en vooral: zelf niet in paniek raken als ouder. Als er iets is wat kinderen extra van streek kan maken, is een ouder die ook van streek raakt. Voor je het weet heb je twee krokodillen en dat geeft heftige strijd. Het doel is reguleren, even rustig op adem komen van al die paniek en frustratie. Om daarna samen op een rustiger moment te kijken: wat gebeurde er nu eigenlijk met het kind? Luister naar je kind, niet om het meteen iets te vertellen of uit te leggen, maar om beter te begrijpen hoe het zich voelt. Juist ook zodat het zichzelf ook beter gaat begrijpen qua gevoel en daar woorden aan leert geven. Emotieregulatie in de groei.
Geen kind vind het fijn boos te zijn, of zichzelf te verliezen in een driftbui. Geen kind zit lekker te genieten van zijn mooie kamer als hij daar stampend en briesend naar toe gelopen is om uit de situatie af te koelen. Bijna alle kinderen weten achteraf dat ze verkeerde dingen gedaan hebben in hun boze bui. Het vervelende is dat je daarmee dan direct weer een mogelijke afgrond in zakt met elkaar: een kind dat zich vreselijks schuldig voelt over de uitbarsting al roepend: ik doe ook alles verkeerd! Bijna weer een krokodillenmomentje…. Regulatie voor gevorderden. De gevoelens van de kinderen zijn zo begrijpelijk en kwetsbaar, en de bedoeling is vaak ook heel begrijpelijk en goed. Rutger Bregman schreef een boek: de meeste mensen deugen (2019), ik wil er aan toevoegen; de meeste kinderen ook. Ze kunnen alleen nog niet zo goed reguleren zoals de meeste volwassenen dat kunnen, relativeren moet je leren.
Om het goed te kunnen begrijpen wat je kind voelt kun je zelf eens teruggaan naar je eigen jeugd en je beleving aldaar met frustratiemomentjes. Hoe was dat voor jou zelf? Praat daar eens over met je kind. Heel geruststellend voor het kind dat denkt dat er van alles mis is en dat hij als enige alles verpest. Een andere manier is om het zelf te ervaren, die moeite met reguleren. Deze Coronatijd biedt daarin alle kans.
Dagelijks rond een uur of drie het bericht van het RIVM: Ik ben er stiekem al een beetje op ingesteld om dan eventjes de nieuwsberichten te checken: Gaat het al beter? Helpen onze inspanningen? Zijn er minder overledenen? Minder ziekenhuisopnamen? Tot nu toe is dat behoorlijk teleurstellend. Elke dag meer overledenen, elke dag spannender. En soms lijkt het uitzicht op verbetering ineens zo ver weg. JUNO . Weet je wel hoe lang dat is??? Mijn blik op dat het in de toekomst wel goed gaat komen laat me soms in de steek. Af en toe sta ik ook te wankelen op het randje van de afgrond. De kracht van het nu is dan zo belangrijk, niet wat er net misging, maar de glimlach na de tranen en de boze bui. Niet wat er misschien straks weer mis kan gaan. Maar gewoon nu: de knuffel, het contact, het zonnetje, het vogeltje, het bloemetje. Nu is alles wat we hebben. Wat er gebeurd is, is voorbij en het nieuwe dat wordt vanzelf een NU, dus dat komt later. Met zijn allen midden in een zure appel en daar maken we het beste van. Weet je wat? Ik bak er gewoon iets van: Ik maak vandaag appeltaart. Troost-eten, extra lekker met een zuur appeltje.
Blijf gezond!
Ik raak ook van streek bij de gedachte aan “tot JUNO”…
Ik hoop het niet.
Mooi stuk weer, Sjak.