In mijn praktijk komen veel, vaak cognitief slimme kinderen die uit frustratie enorm boos kunnen worden. Meestal proberen ouders, getergd door weer een boze bui en een ongezellige dag, hun kind te overtuigen dat ze anders moeten reageren. Ze maken afspraken, bespreken wat er gebeurde en welke invloed dat op de andere gezinsleden heeft. Vaak schiet een kind, net tot rust gekomen zo weer in de stress van zo’n gesprek, en hoppatee, dan is er weer een nieuwe boze episode.Ouders machteloos, kind machteloos.
Heel vaak merk ik dat het te maken heeft met het feit dat het bewuste kind echt niet kan benoemen wat het voelt, laat staan er woorden aan te geven op zo’n moment dat de arousal de deksel van de pan doet vliegen. Het gevoel, de frustratie, de arousal.. het blaast op tot een tikkende tijdbom. Een kleine druppel kan direct voor een ontploffing zorgen. Vaak geef ik dan educatie over het reptielenbrein en de fight flight freeze modus en dat het voorkomen van zo’n bui toch vooral ligt in het reguleren van emoties: voelen wat je voelt en daar woorden aan geven, om die vervolgens ook te delen met je omgeving zodat anderen jouw binnenwereld ook een beetje begrijpen. Ouders hebben dan een grote rol in het behandelproces, want zij zijn de aangewezen personen hun kind in het dagelijks leven uit te dagen te voelen wat het voelt en daar dan woorden aan te geven. Hoe maak ik hen mijn co-therapeuten? Ik moet ze leren te spiegelen..
Het zal je niet verbazen dat spel dan weer een ingang vormt. Spel is dan niet het spelletje aan het einde van de sessie, maar gewoon middenin en onderwerp van gesprek. Van de week had ik zo’n mannetje van 8 dat om de haverklap boos is. Erover vertellen, ho maar en een standaard antwoord ‘ik weet het niet’ op al mijn intakevragen. De schuld en de schaamte van deze jongen spatten ervan af. Moeder voelt dat ook en kijkt me hulpeloos aan. We kiezen een spelletje. De eerste sessies kiest hij mikado, waarbij hij heel veel lol heeft in het laten rollen van de knikkers door de spiraal. Tot spel komen we helemaal niet. Maar dat geeft niet.. er gebeurt genoeg en zo leer ik ouders meekijken, wat zie je dat er gebeurt bij hem als de knikkers gaan rollen? Hij reguleert hij dat? Wat denk je dat hij voelt? En hoe gaat hij daar woorden aan geven (bv. ik vind het spannend, of leuk, of ik ben zo benieuwd wat er gebeurt als..). In die beleving ontstaat er vaak wel een gesprekje over gevoel en wat we zagen en het kind kan er over nadenken, zeker ook omdat het een volstrekt onschuldige gebeurtenis is. Maar dan is het begin gemaakt. een paar stappen verder kan het zijn dat ik het ”Lekker in je vel-spel” erbij pak. Superleuke kaartjes met foto’s van dieren die een bepaald gevoel laten zien. Zelfs de boze zijn om te lachen en liggen op tafel en zijn dus ge-externaliseerd.
Ik laat het kind dan kiezen: hoe kwam je binnen? Welke kaartjes hoorden daarbij? Toen je ging kiezen welk spel dat we gingen doen, welke kaartjes horen daarbij? En welke gevoelens kwamen er allemaal toen je moeder bijna won? Van hele korte momentjes waarin je over gevoel kunt spreken naar eigenlijk best wel leuke en interessante gesprekken waarin ouders soms verrast zijn over de gevoelens van hun kind. Systemische kwetsbaarheden komen dan soms naar boven waardoor de hele boze bui in een ander, veel zachter daglicht komt. Wat heb ik toch een mooi werk.. ik heb er geen woorden voor.
Heel veel collegatherapeuten en coaches hebben dit mooie doosje al, maar als je het nog niet hebt kun je het via de onderstaande link te bestellen.